Voedingscontroleur klapt na 25 jaar uit de biecht: ‘Ik eet nooit preparé. Daarvoor ben ik me te goed bewust van wat er in rauw vlees kan zitten’ | Humo: The Wild Site


A Belgian food inspector shares her 28-year experience, revealing insights into food safety regulations, inspection processes, and challenges in maintaining food safety standards.
AI Summary available — skim the key points instantly. Show AI Generated Summary
Show AI Generated Summary

Het is met enige aarzeling dat FAVV-controleur Christel* instemt met een interview. Ze draagt discretie zo hoog in het vaandel dat nieuwsgierigen die haar sappige verhalen willen ontlokken al 28 jaar lang bot vangen. Toch geeft ze nu een inkijk in het agentschap dat ons eten veilig maakt.

Voor we van start gaan: hoe moet ik de naam van jouw organisatie eigenlijk uitspreken?

CHRISTEL «Daar is discussie over. Ik zeg letter voor letter FAVV, maar er zijn collega’s die ‘faff’ zeggen. Voor het brede publiek zijn we dan weer het voedselagentschap, want Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen is een hele mond vol.»

Die lange naam vat natuurlijk wel samen wat jullie doen, want jullie monitoren de héle voedselketen, van veld tot bord.

CHRISTEL «Onze afdeling primaire productie controleert inderdaad de teelt van planten en dieren en de slachthuizen. Ik werk tegenwoordig als controleur in de transformatiesector, waar voedsel vervolgens verwerkt wordt in industriële bakkerijen, koekjesfabrieken, brouwerijen, groothandels enzovoort. Het grootste deel van mijn carrière was in de afdeling distributie: de zaken waar je gaat winkelen of iets eet.

»Voor de oprichting van het FAVV gebeurden die controles ook al, maar ze werden uitgevoerd door verschillende onafhankelijke diensten. Ik werkte al voor een ervan, de eetwareninspectie, toen ze in 2000 allemaal samensmolten tot het FAVV.»

Een algemene controle van het FAVV.FAVV

Hoe ben je daar beland?

CHRISTEL «Tijdens mijn studie voedings- en dieetleer ging het niet vaak over de voedingsindustrie. We leerden amper iets over additieven of hoe iets gemaakt wordt. Ik wou een kijkje achter de schermen.»

Is dat verlangen goed ingevuld de afgelopen 28 jaar?

CHRISTEL «Zeker. Ik leer nog elke dag. Ik weet ’s morgens nooit helemaal waar ik terecht ga komen. Ik weet wel dat ik een bezoek aan een bepaald bedrijf op de planning heb, maar soms is daar niemand of komt er een dringende opdracht tussen. Je weet ook nooit met welke mensen je te maken zal krijgen en ook de risico’s zijn altijd anders, want pakweg limonade maken is iets helemaal anders dan brood bakken.

»Hoe en wat ik controleer, is erg afhankelijk van het bedrijf waar ik naartoe moet. Bij grote bedrijven is er vaak een kwaliteitsverantwoordelijke die mij rondleidt terwijl ik mijn checklist afvink. Bij kleine moet ik soms later terugkomen, omdat er op het moment van mijn onverwacht bezoek geen tijd is om alle documenten te controleren. Niet elk item op mijn checklist weegt even zwaar door, maar soms kunnen verschillende lichte fouten samen leiden tot een waarschuwing of een proces-verbaal. Detecteer ik echt een gevaar voor de volksgezondheid, dan kan ik de zaak tijdelijk sluiten.»

Heb je dat al moeten doen?

CHRISTEL «Ja, al zijn dat echt wel de uitzonderingen. Een populair restaurant in een oud gebouw in een stad had een probleem met ongedierte. Er waren meerdere kleine keukentjes, verspreid over verschillende verdiepingen, maar het was nergens proper. Als oplossing tegen de muizen hadden ze een kat in huis gehaald. Die zaak heb ik meteen moeten sluiten. Dat hebben mijn collega’s en ik in 2023 bij 192 Belgische zaken moeten doen na dergelijke controles. (De hele Belgische voedingsindustrie, horeca en dierenvoedingsector samen telt vele duizenden bedrijven, red).»

Beeld ter illustratie.Vertommen

Hoe blij zijn mensen om jou binnen te laten als jij onaangekondigd voor de deur staat?

CHRISTEL (lacht) «Dat valt gelukkig meestal goed mee, anders zou ik deze job niet kunnen blijven doen. Sommige uitbaters zijn achteraf zelfs blij dat ik er was, omdat ze dan weten wat hun werkpunten zijn of waar ze informatie kunnen vinden.

»Maar ja, soms zien mensen me niet zo graag komen. Vaak blijkt dan dat ik gewoon de druppel ben die de emmer doet overlopen na al een andere tegenslag. Als mensen te kwaad zijn, kan je beter weggaan en een andere keer terugkomen, eventueel met politiebegeleiding.»

Is er een werkdag die je nooit meer gaat vergeten?

CHRISTEL «Iemand was eens niet blij met het proces-verbaal dat ik had uitgeschreven na een inspectie. Hij belde me achteraf op om me te bedreigen: ‘Ik weet met welke auto jij rijdt.’ Dat blijft sowieso bij.

»In WhatsApp-groepen circuleren foto’s van de nummerplaten van controleurs. Daarmee willen mensen in de sector elkaar verwittigen dat er controles zijn. Onnodig natuurlijk, want je weet nooit waar wij zullen binnengaan en waar niet. Het is niet omdat ik in een bepaalde gemeente ben, dat ik daar alle bedrijven ga controleren.»

‘We kunnen niet alle risico’s wegnemen en ongetwijfeld zullen we in de toekomst nog grondiger kunnen werken. Maar op dit moment doen we het heel goed’

Hoe bepaal je welke je controleert en welke niet?

CHRISTEL «Dat hangt af van veel factoren. Een horecazaak bezoeken we standaard om de vier jaar, maar bij klachten of een verleden waarin fouten gebeurden, gaan we vaker ter plaatse. De meeste grote fabrikanten controleren we om de twee jaar, maar dat is sneller bij bedrijven in een risicovolle sector, zoals de uitsnijderijen.

»Het kan ook dat we minder vaak gaan. Bijvoorbeeld als een operator ons bewijst dat hij zijn verplichte autocontrole (hoe een bedrijf zelf zijn manier van werken controleert, red.) heel goed aanpakt. Daarnaast hebben ze meldingsplicht, wat wil zeggen dat bedrijven ons moeten contacteren als ze bijvoorbeeld salmonella ontdekken in een product dat al in de winkel ligt. Dan gaan wij ter plaatse en vragen we wat de producent zelf heeft gedaan om het onder controle te krijgen.»

Kippenvlees raakt al eens besmet met de salmonellabacterie.Getty Images

Dan controleren jullie of bedrijven zichzelf goed controleren. Werkt dat systeem?

CHRISTEL «Ik vind van wel. We nemen jaarlijks 65.000 stalen in de hele voedselketen en daarvan is 98 procent conform aan de wetgeving. De Belg en de Europeaan mogen gerust zijn in de veiligheid van ons eten.»

Toch vertrouwt volgens een grote bevraging van EIT Food maar 45 procent van de Europeanen de overheidsdiensten op vlak van voeding en maar 53 procent gelooft dat de voeding die we eten veilig is. Hoe komen die cijfers binnen?

CHRISTEL «Wij doen ook consumentenenquêtes en krijgen in België toch andere resultaten. De score voor onze algemene werking is 7,4/10. Dat kan altijd beter, maar het is niet slecht.»

Een kwart van de Belgen gelooft niet dat jullie goed werk leveren. Hoe komt dat?

CHRISTEL «Er moeten bijna dagelijks producten uit de rekken worden gehaald. Dat kan je zien als fouten, maar ik zie het als bewijs dat het systeem werkt. Ik zou me net meer vragen stellen als er nooit terugroepingen waren, want wordt er dan wel gecontroleerd? Plaats de terugroepingen bovendien eens tegenover de hoeveelheid producten in de winkels: het gaat om de absolute minderheid. Ze gebeuren ook niet alleen omdat er een acuut probleem is, maar soms ook uit voorzorg.

»Zelfs wanneer de toegelaten hoeveelheid pesticiden is overschreden, is er nog altijd niet meteen gevaar voor de volksgezondheid, want daar zit telkens een grote veiligheidsmarge op. Of soms gaat het over een allergeen dat niet vermeld is op de verpakking. Dat kan ernstige problemen opleveren voor die mensen die allergisch zijn, maar de meeste mensen zullen niet ziek worden van zo’n product.»

Wat valt er allemaal onder voedselveiligheid?

CHRISTEL «Ten eerste wil je voedselvergiftigingen vermijden door microbiologische risico’s te beperken. Zo weten we dat er een groter risico is op salmonella in kipfilet dan op appels, dus we zullen vaker die kipfilet daarop controleren.

‘Ik eet nooit preparé. Daarvoor ben ik me te goed bewust van wat er microbiologisch in rauw vlees kan zitten’

»Soms heb je ook fysieke problemen: er kan bijvoorbeeld een stukje glas in de pindakaas terechtkomen. De chemische risico’s houden we dan weer zo beperkt mogelijk met strenge normen voor pesticiden en zware metalen. En ten slotte zijn er nog de allergenen, die juist vermeld moeten worden, zodat mensen met een allergie ze kunnen vermijden.»

Is in die risico’s iets veranderd tijdens je loopbaan?

CHRISTEL «De allergenenwetgeving is erbij gekomen. Sommige normen werden strenger, en we moeten nu ook controleren op stoffen waarvan we de impact vroeger nog niet kenden, zoals recent PFAS.

»In het begin moesten wij ook controleren of de rookwetgeving in de horeca werd nageleefd, maar dat valt nu onder de FOD Volksgezondheid. Tenzij het natuurlijk in de keuken gebeurt, dan krijgen de koks een slecht rapport voor persoonlijke hygiëne.»

Een kok die staat te roken terwijl hij in de potten roert: komt dat vandaag nog voor?

CHRISTEL «Heel weinig. Ik denk dat ik het de afgelopen vijf jaar twee keer zag.»

Ik ben geen controleur, maar dat lijkt toch een sterke red flag.

CHRISTEL «Een mindere persoonlijke hygiëne kan inderdaad een teken zijn dat de rest ook niet in orde is.»

Zijn er nog van die alarmsignalen?

CHRISTEL «Ergens een dode muis of ander ongedierte zien liggen. Soms zie je de dieren zelf niet, maar wel aangevreten verpakkingen of uitwerpselen. Er kan altijd een muis meekomen met een levering granen, maar als uitbater moet je er alles aan doen om ze buiten te houden, hoe moeilijk dat ook is. (Lachend) En niet met katten, want die vallen voor een inspecteur onder dezelfde categorie als muizen.

»Rommel of vuilnis voor een restaurant is ook vaak een teken aan de wand, maar niet altijd. Mijn verwachtingen bij een taverne die er helemaal afgeleefd uitzag en waar de verf van de ramen afbrokkelde, waren niet hoog, maar binnen was alles prima in orde.»

Er zijn wel wat crisissen gepasseerd tijdens jouw carrière. De dioxinecrisis die de aanleiding vormde om het FAVV op te richten, het paardenvleesschandaal, fipronil, ethyleenoxide (een pesticide)… Welke was de ergste?

CHRISTEL «De dioxinecrisis. Toen werden we zelfs ingezet om dieren mee te gaan ruimen. Honderden landbouwbedrijven werden stilgelegd, stallen vol dieren werden vergast. Het was te veel om bij te houden en alle handen waren nodig. Dus kregen we een vaccin, een wit pak en een paar laarzen en mochten we beginnen.

Tijdens de dioxinecrisis werden tienduizenden kippen vernietigd.VRT

»Met ons verstand op nul hebben mijn collega’s en ik toen duizenden dieren een voor een opgeschept en in bakken gegooid om ze af te voeren. Ook nadat de Civiele Bescherming dat van ons overnam, overheerste de dioxinecrisis onze job compleet. We moesten onderzoeken waar de vervuilde eieren en het vet in verwerkt waren en al die producten opsporen. Voor normale inspecties was toen geen tijd.

»Vandaag zijn we veel beter gewapend tegen zulke crisissen. Al het voedsel is traceerbaar en de analyse van stalen gaat sneller, waardoor we uitbraken sneller kunnen afbakenen en oplossen.»

Heeft de dioxinecrisis jouw visie op eten zelf veranderd?

CHRISTEL «Ik vertrouw erop dat wij onze job goed doen. We kunnen niet alle risico’s wegnemen en ongetwijfeld zullen we in de toekomst nieuwe dingen te weten komen waardoor we nog grondiger kunnen werken. Maar op dit moment doen we het heel goed.»

Kan jij na 28 jaar dienst bij de voedselinspectie nog zorgeloos gaan barbecueën bij vrienden of familie?

CHRISTEL «Toch wel. Mijn man en kinderen weten heel goed dat je geen groenten snijdt op een plank waar rauw vlees op heeft gelegen. Ik zie soms mijn man dan naar mij kijken op zo’n barbecue: ‘Christel, heb je dat gezien?!’ (lacht) Je moet het soms ook van je afzetten en ik kies dan voor de dingen waarvan ik wel zeker weet dat ze veilig zijn. Een kipsaté die niet goed genoeg gebakken is, breng ik terug naar de grill.»

Veilig omgaan met voedsel is niet bepaald ingebakken bij veel thuiskoks, lijkt het.

CHRISTEL «Dan moet je eens naar een kookprogramma kijken, daar is het soms niet veel beter. Al wassen tv-chefs tegenwoordig hun snijplanken af en toe al eens af in beeld. Dat deden ze enkele jaren geleden niet.»

Heb je nog tips waar niet-controleurs op kunnen letten?

CHRISTEL «Als je echt zeker wil zijn dat je op een goed adres terechtkomt, kan je de laatste inspectieverslagen raadplegen op foodweb.be, maar zelf doe ik dat amper. Ik kijk gewoon goed naar het restaurant dat ik uitkies.

»In winkels kijk ik wel altijd naar de temperatuur van de koeling (idealiter zweeft die tussen de 4 en 7 graden Celsius, red.) en ik eet nooit preparé. Daarvoor ben ik me te goed bewust van wat er microbiologisch in rauw vlees kan zitten. Maar verder? Eet niet op een plaats waar het niet proper is. Was je handen na toiletbezoek en na het gebruik van rauwe eieren. Met andere woorden: gebruik je gezond verstand.»

* Om de anonimiteit van Christel te verzekeren, vermelden we haar familienaam niet.

Was this article displayed correctly? Not happy with what you see?

Tabs Reminder: Tabs piling up in your browser? Set a reminder for them, close them and get notified at the right time.

Try our Chrome extension today!


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device