De 66-jarige Mohamed Sadiki weet precies wie waar woont in zijn buurt. Daar, in die hoge nieuwbouwflat, zitten de expats, zegt hij. In de galerijwoningen huren vooral Amsterdammers met een migratieachtergrond. De laagbouw zijn koopwoningen van de witte, hoogopgeleide Nederlanders. Die worden inmiddels voor zeven ton verkocht.
In rap tempo wandelt Sadiki door de straten van zijn wijk Overtoomse Veld in Slotervaart. Langs het August Allebéplein, de galerijwoningen aan de Postjesweg, het riante nieuwbouwcomplex de Overtoomse Loft ertegenover. Soms houdt hij halt om een buurtbewoner de hand te schudden, dan stapt hij weer door, druk wijzend naar de gebouwen om hem heen.
Sadiki woont al twintig jaar in deze wijk en ziet: de segregatie is erger dan ooit. Laatst nog vroeg zijn 18-jarige dochter: papa, hoe kan het dat ik nooit meer met Nederlandse jongens en meiden spreek?
Het antwoord had hij zo paraat: het is het beleid dat segregatie in de hand werkt.
Zelf woonde hij tot voor kort in de Johan Greivestraat. Daar kondigde woningcorporatie Lieven De Key vijftien jaar geleden al sloopplannen aan. De nieuwe woningen zouden vele malen duurder worden. Jarenlang organiseerde Sadiki met de bewonerscommissie bijeenkomsten en protesten voor het behoud en de renovatie van de woningen.
In 2022 kwam er dan eindelijk een akkoord. De 112 verouderde sociale huurwoningen worden op dit moment vervangen voor 265 nieuwbouwwoningen. Daarvan zijn er 135 sociale huur, de rest is middensegment en vrije sector. In totaal kunnen 58 oorspronkelijke huishoudens van de Johan Greivestraat en de Piet Mondriaanstraat straks terugkeren naar de nieuwbouw.
Sadiki is er niet tevreden mee. Veel buren, vooral de grote gezinnen, kunnen niet terugkeren naar de nieuwbouw. Die bestaan voor bijna zestig procent uit jongerenstudio’s. Het voelt alsof de oude bewoners van Overtoomse Veld worden weggejaagd, zegt Sadiki. De nieuwe bewoners, die mengen volgens hem niet.
Overtoomse Veld is niet de enige wijk in Nieuw-West waar buren elkaar amper ontmoeten. Begin dit jaar concludeerde een rapport van het Verwey-Jonker Instituut en Platform31 dat de sociale cohesie in het stadsdeel de laagste waardering krijgt van heel Amsterdam. In 2023 gaven bewoners van zowel Overtoomse Veld-Noord als -Zuid de omgang met buurtbewoners een 4,8. In de Jacob Geelbuurt in Slotervaart-Noord lag dat cijfer met een 4,3 nóg lager.
Zin om met de mensen aan de overkant te praten heeft ze niet. Ze hoeft niet te weten hoe mooi en warm hun huisjes zijn
Sinds de jaren negentig probeert de gemeente Amsterdam juist samen met woningcorporaties Nieuw-West te transformeren tot een gemengd stadsdeel, waarin koopwoningen en sociale huur beter in balans zijn. Duizenden woningen zijn er zodoende bijgebouwd en verouderde flats, zoals die van Sadiki, gesloopt of gerenoveerd.
De hoop was dat die fysieke vernieuwing Nieuw-West sterker en hechter zou maken. De realiteit is dat niet alleen kopers en huurders, maar ook bewoners met verschillende migratieachtergronden langs elkaar heen leven. Culturele en sociaal-economische verschillen zorgen ervoor dat contacten zich beperken tot de eigen gemeenschap.
Hoe komt dat volgens de buurt zelf? Het Parool sprak tientallen bewoners over de segregatie in Overtoomse Veld en Slotervaart-Noord. Uit die gesprekken blijkt dat veel mensen de oorzaak van de afstand tussen buurtbewoners bij ‘de ander’ leggen – of dat nu nieuwkomers of oorspronkelijke bewoners zijn. Aan de andere kant zijn er ook buurtbewoners die hard hun best doen elkaar wél te vinden.
In de woning van P. Kurt (53), haar voornaam wil ze niet in de krant, in de Jan Voermanstraat is alles wit. De vloer, de gordijnen, de muren, de leren eetkamerstoelen. Op de glimmende salontafel staat een schaal zelfgebakken koekjes. Het huis ruikt fris, naar schoonmaakmiddel.
Hierzo, zegt Kurt, moet je kijken. Ze loopt naar een hoek van de kamer, naast het balkon. Een week geleden heeft ze de muren nog grondig gepoetst, nu zitten ze alweer vol zwarte schimmelvlekken. De plinten laten los, er zitten vochtplekken op de muur. Naast de bank liggen stapels fleecedekens en een set breinaalden. Kurt werkt altijd aan een nieuwe trui of deken, want in huis is het bijna altijd koud.
Al 27 jaar woont Kurt in de Knijtijzerpanden, met haar man en drie kinderen van 33, 27 en 18. Dat ze het vierkamerappartement met z’n vijven delen, is pure noodzaak. Haar kinderen kunnen geen eigen woning vinden. Soms moet haar ene zoon leren, terwijl de andere een vergadering heeft. En dat in dezelfde kamer. Ze moet de rust in het gezin behouden en vecht tegelijkertijd keihard voor hun rechten. Het maakt haar moe.
De Knijtijzerpanden worden beheerd door wooncorporatie Rochdale. Ze stonden op de lijst om gesloopt te worden, maar in 2012 werden ze monumentaal verklaard. In de woningen tocht het, tiert schimmel welig en zijn lekkages en problemen met de riolering. De bewoners eisen een grootschalige renovatie en een huurbevriezing, totdat de problemen zijn opgelost. Rochdale is vooralsnog bezig met technisch onderzoek naar de mankementen.
Telkens krijgen de bewoners de schuld, zegt Kurt. Ze zeggen dat de bewoners niet goed ventileren, doekjes door de wc’s gooien en vet door het putje in de keuken schenken. Maar iedereen ziet toch dat de woningen slecht zijn onderhouden? Waarom moeten de bewoners dan steeds zelf investeren?
De buren kennen elkaar steeds minder. Mensen die de woningen betrekken, zijn binnen de kortste keren weer weg. Alleen al in het complex van Kurt vertrekt de een naar de ander. Op de vierde etage woont de vierde bewoner in minder dan tien jaar tijd.
Als Kurt langs de koopwoningen aan de overkant wandelt, wordt ze aangekeken alsof ze er niet bijhoort. Eerlijk is eerlijk, zin om met die mensen te praten heeft Kurt niet. Ze hoeft niet te weten hoe mooi en warm hun huisjes zijn. Hoe zij eind december pas beginnen met stoken, terwijl de bewoners van de Knijtijzerpanden dat in oktober al moeten doen. Kurt denkt dat ze gewoon niet veel met elkaar gemeen zullen hebben.
Op drie minuten fietsen ligt de Overtoomse Loft, een luxueus appartementencomplex aan de Postjesweg, dat in 2020 werd opgeleverd met koop- en huurwoningen. Het gebouw won de prestigieuze Zuiderkerkprijs en is compleet duurzaam en klimaatbestendig gebouwd. In de plint zitten een kapper en een schoonheidsspecialist, maar ook een OBA en een kinderdagverblijf gericht op stadsnatuur.
De huurwoning waar ze nu woont, heeft ze kunnen kopen. Zo doet ze eigenlijk zelf mee met de gentrificatie
De woningen zijn ook populair vanwege de ligging: je bent zo in het centrum, op Schiphol of de A10. Onlangs zijn er in de buurt twee hippe koffiezaken geopend: De Buurman Farouk en in de ruimte van sportschool Patrick’s Gym, Machu.
Barbara van Asten (40) is een van de bewoners van de Overtoomse Loft. Ze woont ongeveer een jaar in haar appartement: een ruime woning met werkkamer, inloopkast en uitzicht over de Sloterplas. Ze heeft het getroffen, dat beseft ze maar al te goed.
Van Asten wilde juist graag in Nieuw-West wonen vanwege de diversiteit. Ze houdt van de verschillende winkels en mensen op straat. Via crossfit heeft ze buurtgenoten ontmoet en af en toe wandelt ze door de wijk met haar buurvrouw. Je kunt hier echt wel mensen ontmoeten, zegt Van Asten, maar dat ligt aan je eigen instelling. Je moet assertief zijn, ervoor openstaan. Hoewel ze zelf makkelijk contact maakt, heeft ze niet per se meer behoefte aan interactie in de buurt. Ze heeft al een grote sociale kring en familie.
Dat ervaart ook de 42-jarige Maarten Stenvers, die ook in de Overtoomse Loft woont. Hij maakt vaak praatjes in de buurt als hij met zijn hond wandelt. Ja, het contact zou meer kunnen zijn, maar het is prima. In het Spoorpark ziet Stenvers dat mensen bij hun eigen groepjes blijven: de witte en de niet-witte mensen zitten gescheiden van elkaar. Maar, denkt hij, is dat niet overal in de stad zo?
Het is donderdagavond en aan de lange tafel bij buurthuiskamer Tante Toorop zit een tiental mensen met borden pasta voor hun neus. Ze zijn afgekomen op het wekelijkse buurtdiner, waarbij ze zelf mogen bepalen hoeveel ze voor de maaltijd betalen.
Sigrid Bom (37) is een van hen. Ze woont sinds 2010 in de buurt: als student in het voormalige stadsdeelkantoor Slotervaart aan de Jan Tooropstraat, later boven Albert Heijn op de Postjesweg. De huurwoning waar ze nu woont, heeft ze kunnen kopen. Zo doet ze eigenlijk zelf mee met de gentrificatie, lacht ze spottend.
Voor de coronapandemie had Bom weinig contact met de buurt. Ze ging direct van werk naar huis en andersom. Inmiddels komt ze een à twee keer per week bij Tante Toorop. Het is net een dorp, Bom kent er altijd wel iemand. Haar 4-jarige dochter speelt er met andere kinderen, zelf ontmoet ze ouders uit de buurt. Het is laagdrempelig, zegt ze, een tegengif voor de polarisatie in de samenleving. De parallelle werelden die zichtbaar zijn in de wijk vallen hier juist weg.
Tante Toorop werd in 2018 opgericht door Maaike Belder: een buurtcafé met een stadskas en moestuinen. De plek is vooral populair bij ouders en kinderen, die op het gras rondom de moestuin spelen. Belder noemt hen de ‘belangstellenden’. De mensen die zich afvragen: goh, wat is dit voor plek, die even een kijkje nemen. Ze weet: wie eenmaal binnenstapt, komt bijna altijd terug.
Zoals Hans Blom (77), die al zijn hele leven in Nieuw-West woont en regelmatig brood en pizza’s bakt in de buurtoven. Zijn partner is vorig jaar overleden, dus het is extra fijn om onder de mensen te zijn. Hij is reuze tevreden, zegt hij.
Blom heeft een grote snor en een vriendelijke glimlach. Vroeger werkte hij bij PTT Post. In al die jaren heeft hij de buurt zien veranderen. Ten goede hoor, benadrukt hij. Sociale cohesie bestond vroeger niet, dat kwam door de verzuiling. Zelf zat hij op de rooms-katholieke school in de Orteliusstraat, contact met de kinderen van de hervormde school had hij niet. Na twintig jaar zeiden de mensen nog steeds ‘buurman’ en ‘buurvrouw’ tegen elkaar. Nou, neem dan de huidige tijd. Er is veel meer contact.
Soumaya Amar (29), die even verderop met twee vriendinnen en hun kinderen aan tafel zit, onderstreept dat. Ze woont al haar hele leven in de wijk en heeft zich er altijd thuis gevoeld. De buurt is de afgelopen jaren alleen maar fijner geworden, zegt ze. Groen, kindvriendelijk, gemengd. Een afspiegeling van de samenleving en van Amsterdam.
Intussen schept Niels Groeneveld (22) zijn tweede bord vol. De student zit bij Vooruit, een project waarbij jongeren vrijwilligerswerk doen in de buurt in ruil voor een woning. Hij komt uit Abbekerk, bij Hoorn. Daar hebben ze niet zoveel met andere culturen, zegt Groeneveld, in Nieuw-West komt hij zijn bubbel uit. Hij spreekt met allerlei mensen die anders over de dingen denken dan hijzelf.
Het idee dat mensen in Nieuw-West langs elkaar heen leven, klopt volgens hem niet. In Centrum is het net zo erg, misschien wel erger, denkt hij. Tuurlijk vallen sommige dingen op. Als hij aan het werk is in de moestuintjes van de Knijtijzerpanden, zijn de meeste gebruikers van de tuinen van Turkse komaf. Bij het buurthuis ziet hij vooral Marokkaanse bewoners. Er is weleens conflict onderling, de groepen mengen niet.
Maar dat is niet te voorkomen, zegt Groeneveld. Toen deze groepen naar Nederland kwamen was er vanuit de overheid weinig aandacht voor inburgering. En mensen die op elkaar lijken, zoeken elkaar op. Zo gaat dat nu eenmaal.
Toen Suzan el Safti (33) een paar jaar geleden een woning kon kopen, was het een uitgemaakte zaak: ze moest en zou in Nieuw-West gaan wonen, het stadsdeel waar ze opgroeide en waar ze een groot hart voor heeft.
Ze kocht een woning in de Jacob Geelbuurt in Slotervaart-Noord, in een splinternieuw hof met oranje bakstenen en een groene binnentuin met speeltoestellen. Volgens databedrijf Matrixian stegen de huurprijzen in de buurt sinds 2020 met 96,6 procent.
Ze zeggen naar de bewoners te willen luisteren, maar de mensen achter het programma lachen ons uit
Tussen haar woonblok en de buurt ziet ze weinig verbinding. Alleen al aan de looppas kun je zien wie de nieuwkomers zijn, zegt ze. Die lopen ferm door alles en iedereen heen, naar werk of naar huis, zonder contact te maken met de mensen om hen heen.
Laatst kwamen er kinderen van een blok sociale huurwoningen spelen in de binnentuin van haar gebouw. Er ontstond een discussie in de groepsapp. Moeten we dit toestaan? El Safti hield zich afzijdig. We hebben het hier over kinderen, dacht ze. Waar gaat dit over?
El Safti schippert tussen verschillende groepen, zegt ze. Ze is hoogopgeleid, heeft een goede baan en een van de nieuwe koopwoningen in de wijk kunnen bemachtigen. Tegelijkertijd voelt ze zich al haar hele leven met de buurt verbonden en is ze kritisch op de verandering van het stadsdeel. Ze is een emotioneel persoon, zegt ze. Als ze door de buurt fietst, voelt ze: dit is waar ik hóór.
Dat geldt niet zozeer voor Julia (38), haar achternaam wil ze niet in de krant. Zij verhuisde in 2017 van Rusland naar Amsterdam en woont nu een jaar in hetzelfde complex als El Safti. Wennen was dat wel, vertelt ze. Haar vorige huis bij Java-eiland was ideaal: kalm, vredig en schoon. Nu woont ze tussen de bouwwerkzaamheden. Maar Julia is hoopvol: over een paar jaar is het hier vast stukken gezelliger.
Haar directe buren, veelal expats, zijn behulpzaam. Julia heeft een baby en ze weet dat ze bij de bewoners van haar complex kan aanbellen voor een boodschap. Maar de mensen uit de buurt, vooral de bewoners van de sociale huurwoningen, lijken niet open te staan voor Julia en haar gezin. Niet dat ze negatief worden behandeld, benadrukt ze, maar echte vriendelijkheid merkt ze ook niet op.
Julia heeft gemengde gevoelens. Ja, aan de ene kant zou ze openstaan voor contact met de buurt. Aan de andere kant denkt ze dat ze niet veel gemeen heeft met de buurtbewoners. Een regenboogvlag aan haar huis hangen, durft ze hier niet aan. Ze is voorzichtig, denkt dat buurtbewoners andere opvattingen en meningen hebben.
Om de problemen in Nieuw-West structureel aan te pakken, maakt het stadsdeel sinds 2022 deel uit van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, voorheen het Masterplan Nieuw-West. Dit langjarige traject, dat tot 2040 loopt, moet fysieke, sociale en economische maatregelen beter op elkaar afstemmen.
De onderzoekers waarschuwen echter dat, net zoals in het verleden, versnippering op de loer ligt. Het vertrouwen en de betrokkenheid van bewoners in het programma is laag.
Mohamed Sadiki, bijvoorbeeld, hekelt het programma. Ze zeggen naar de bewoners te willen luisteren, maar de mensen achter het programma lachen ons uit, vindt hij. Als je mensen op straat vraagt naar de inhoud van het plan, zal niemand weten wat het inhoudt.
Maaike Belder, oprichter van Tante Toorop, herkent de frustratie. Ze vraagt zich af of beleidsmakers weten wat er in de wijken gebeurt. Buurtbewoners weten niet wat het Nationaal Programma voor hen kan doen, of waar ze moeten zijn.
Dat de sociale cohesie in Overtoomse-Veld en Slotervaart-Noord laag is, daar zijn de meeste buurtbewoners het wel over eens. De vraag die velen zichzelf hardop stellen: leven Amsterdammers in heel de stad niet langs elkaar heen?
Ja, denkt Daniël (35), die zijn achternaam niet in de krant wil. Daniël is theoretisch gezien een yup, al noemt hij zichzelf niet zo. In zijn straat in Slotervaart-Noord voelt hij zich een soort indringer, omdat hij afwijkt van de mensen die tot dan toe op zijn adres hebben gewoond.
Ook in zijn vorige woningen in Centrum en Oost merkte Daniël dat het contact tussen groepen gering is. En toch voelt het in Slotervaart volgens hem anders. De segregatie lijkt zichtbaarder. In zijn straat ziet Daniël gescheiden werelden ontvouwen: aan de ene kant staan de nieuwbouwwoningen, aan de andere kant sociale huur met achterstallig onderhoud.
Die kloof wordt versterkt door zijn eigen gemeenschap – de hoogopgeleide nieuwkomers en huizenbezitters. Die willen hun binnenplaats afsluiten met hekken en de deuren beter op slot doen. Daniël snapt dat niet, vindt het niet verbindend.
Hij voelt zich medeplichtig aan de veranderingen in de wijk: door zijn nieuwbouwwoning moesten andere bewoners vertrekken. Dat hoort bij de ontwikkeling van een stad, maar de kloof is hier wel pijnlijk zichtbaar. Daniël ging er altijd van uit dat alle mensen willen mengen met hun buurtgenoten. Maar veel bewoners lijken die instelling helemaal niet te hebben.
Misschien, denkt Maaike Belder, is het gewoon een kwestie van acceptatie. Sommige mensen doen hun best, anderen minder. Er zijn mensen die al vijf jaar naast Tante Toorop wonen en nog nooit een stap in de buurtkamer hebben gezet. Belder heeft dat geaccepteerd. We mengen zoveel we kunnen, zegt zij.
Over de auteur: Madelief van Dongen is nieuwsverslaggever voor Het Parool. Ze schrijft over allerlei Amsterdamse onderwerpen, van toeristenbeleid tot gekraakte panden, en doet live verslag van gebeurtenissen in de stad.
Blijf 24/7 op de hoogte van het Amsterdamse nieuws: download hier de mobiele app van Het Parool voor Android of iOS.
Luister ook naar de Parool Podcast, dé podcast over Amsterdam waarin Raounak Khaddari en Tim Wagemakers je iedere week bijpraten over alles wat er in de stad gebeurt.
If you often open multiple tabs and struggle to keep track of them, Tabs Reminder is the solution you need. Tabs Reminder lets you set reminders for tabs so you can close them and get notified about them later. Never lose track of important tabs again with Tabs Reminder!
Try our Chrome extension today!
Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more