Nederland stopt voorlopig met de financiële hulp voor herintegratie voor Mongoliërs die terugkeren naar hun land. Dit jaar zijn er zoveel verzoeken voor hulp bij terugkeer van personen uit Mongolië, dat bij het ministerie het vermoeden van „oneigenlijk gebruik” is ontstaan. Dat maakte demissionair minister David van Weel (Asiel, VVD) woensdag bekend in een brief aan de Tweede Kamer. 

Vreemdelingen kunnen bij terugkeer naar het land van herkomst hulp krijgen van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), bijvoorbeeld bij het bemachtigen van de juiste reisdocumenten. Ook worden vliegtickets gefinancierd en krijgen de terugkeerders 200 euro aan contant geld voor vertrek. 

Daarnaast kunnen ze in aanmerking komen voor een bedrag tot 2.600 euro — waarvan minstens 2.000 euro materiele hulp — als ondersteuning bij de herintegratie in het land van herkomst. Een voorwaarde is wel dat deze personen de intentie hadden om zich langdurig in Nederland te vestigen. 

Daarvan is bij de meeste Mongoliërs die dit jaar terugkeerhulp hebben aangevraagd geen sprake, blijkt uit signalen die het ministerie heeft ontvangen. Zo zijn er tot en met juni dit jaar al meer dan driehonderd personen met de Mongoolse nationaliteit vertrokken met de terugkeerhulp, terwijl er tot en met mei 2025 slechts 41 asielaanvragen waren, blijkt uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. 

Het IOM vermoedt dat een groot deel van de Mongoliërs die zich meldt voor terugkeer dit al kort na aankomst in Nederland doet. Omdat dit voor de organisatie lastig te controleren is, wordt het bedrag voor herintegratie in ieder geval de komende zes maanden helemaal niet meer uitgekeerd aan personen uit Mongolië. Andere vormen van terugkeerhulp blijven wel voor hen beschikbaar, „zodat eventuele praktische belemmeringen de terugkeer niet in de weg zitten”, schrijft de minister.

Lees ook

Terugkeerstichting voor asielzoekers opgeheven, terwijl subsidies worden onderzocht