Waarom zijn steeds meer jongeren suïcidaal? Sam (18), Bo (23) en Ashley (20) vertellen hun verhaal | De Morgen


This article recounts the experiences of three young adults in Belgium who struggled with suicidal thoughts and attempts, highlighting the challenges they faced and their paths toward recovery.
AI Summary available — skim the key points instantly. Show AI Generated Summary
Show AI Generated Summary

Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.

Vandaag zullen in Vlaanderen drie mensen overlijden omdat de lichtknop in hun hoofd is afgebroken. Vijfentwintig anderen zullen net op de rand teruggetrokken kunnen worden. Van die pogingen tot zelfdoding situeert het leeuwendeel zich in de leeftijdsgroep van 15 tot 29 jaar. Vooral jongeren dus, hun voorhoofd nog zonder fronsrimpels, hun dagboek amper volgeschreven. Net begonnen aan de tocht.

“Zelfdoding is de belangrijkste doodsoorzaak bij Vlaamse jongeren van 15 tot 19 jaar”, zegt Julie Janssens, postdoctoraal onderzoeker rond suïcidepreventie aan de KUL en de UA. “We zien dat de jongeren die op spoed terechtkomen na een poging almaar jonger worden. Ook de chronische neiging tot zelfdoding lijkt een groeiend probleem. Onze grote frustratie is dat die cijfers de afgelopen vijftig jaar amper zijn veranderd.”

Wie zijn de gezichten achter die statistieken? En waarom geloofden zij ooit dat hun leven een vervaldatum had?

Sam: ‘Verdwijnen leek de beste oplossing’

Saskia Vanderstichele

“Van mij mag je het gewoon zelfmoord noemen. Ik vind suïcide klinisch klinken. We zitten niet in een Harry Potter-film, waarin je ‘Voldemort’ niet mag uitspreken. Het taboe begint eigenlijk al bij dat woord.”

Sam (niet de echte naam, red.) is 18 en non-binair, en heeft hemelsblauwe ogen. Krijg je deze zomer op een festivalweide een paniekaanval, dan zal Sam je redden als EHBO’er. Het gaat goed. En vooral: het gaat beter. De tiener werd al zo’n tien keer opgenomen, en overleefde bijna evenveel pogingen om uit het leven te stappen. Op Sams kast plakken vandaag twee papiertjes met handgeschreven boodschappen van moed: ‘Today is not the day’ en ‘There is nothing wrong with you’.

Sam: “Ik heb een heel alfabet aan diagnoses: autisme, PTSS, recidiverende depressie, eetstoornis, hechtingsstoornis. Hulpverleners hebben best moeite gehad om mijn hoofd uit te spitten. Mijn kindertijd was, zacht uitgedrukt, complex. Er was veel, in korte tijd. Toen ik 4 jaar was, gingen mijn ouders uit elkaar – een stevige vechtscheiding was dat. Ik was 8 toen ik het de eerste keer dacht: Sam, je bent niet goed genoeg. Je bent slecht.

“Toen ik naar het middelbaar ging, werd het me definitief duidelijk dat ik anders was dan de rest. Sarcasme begreep ik niet goed. Vrienden maken vond ik ingewikkeld, dus werd ik genegeerd. Op het einde van het tweede middelbaar vroeg een klasgenoot mij: ‘Ben je wel zeker dat jij bij mij in de klas zit?’ Ik was officieel onzichtbaar. Ik bestond niet.”

Sam begon zichzelf te verwonden, en prikte zo het verdriet onder hun vel lek.

Sam: “Door fysieke pijn te veroorzaken voelde ik de emotionele pijn niet meer. De stofjes die door de zelfverwonding vrijkwamen in mijn hoofd, maakten me rustig, toch zo’n twee seconden lang. Maar het gevaarlijke is dat die stofjes verslavend werken. Na een tijd schakelde ik over op absurde methodes en materialen. Ik kon geen dag meer zonder.

“Rond mijn 13, 14 jaar begonnen donkere gedachten vorm te krijgen. Mensen zagen me toch niet, dus of ik nu leefde of dood was, who cares? Ik maakte plannen: zo is er een uitweg naar de dood, en zo, en zo. De meeste van die scenario’s heb ik trouwens niet zelf bedacht, maar haalde ik uit de media. Wilde ik echt dood? Nee, denk ik. Ik wilde dat de pijn stopte. En finaal verdwijnen leek me toen de beste oplossing. Ik was in zekere zin heel bang voor mezelf, en voor wat ik ging doen. Er bleef nog een laatste gezond stukje over in mijn hoofd dat dacht: ja, maar... Wat als het toch ooit beter wordt? Ik was ook verschrikkelijk kwaad op de wereld. Waarom moest juist ik me zo waardeloos voelen?”

BOEIEN OM DE POLSEN

Toen Sam 14 was, ondernam die een eerste poging. “Ik weet nog dat ik in paniek raakte. Ik wilde niet leven, maar ik wilde ook niet dood zijn. Plots werd alles echt. Ik heb toen zelf iemand gewaarschuwd, die de ambulance heeft gebeld.” De mama van Sam bevroor toen ze haar kind in een bed op de spoedafdeling zag – “Ik kon al die tijd heel overtuigend blij overkomen, want ik wilde niet dat iemand zich zorgen maakte om mij” – terwijl Sams papa geen kik gaf. “Zijn kind lag op de spoed na een poging, en hij toonde amper emotie. Dat deed pijn.”

‘Sommige spoedartsen reageren scherp na een poging. Een dokter verdoofde me niet toen er een wonde gehecht moest worden. Ik koos namelijk zelf voor de pijn, zeiden ze’

Sam werd meermaals opgenomen. “Je wilt niet weten welk beeld ik van de psychiatrie had. Ik dacht dat ik een kliniek uit de jaren 60 zou binnenwandelen, met uitsluitend witte muren, en patiënten in dwangbuizen. Gelukkig was het er iets kleurrijker.” Sommige therapieën gaven vonkjes, andere ervaringen maakten het verblijf net moeilijker.

Sam: “Ik werd tijdens mijn opnames geregeld gefixeerd in een isolatieruimte. ‘Aha, de patiënt vertoont zelfbeschadigend gedrag, dan gooien we die in de iso,’ redeneerde het team. Dan lig je daar, met zes man aan je lijf. Je krijgt boeien rond je enkels en je polsen, en een om je buik. Ze doen je schoenen uit en halen de koordjes uit je sweater, zodat je jezelf zeker geen pijn kunt doen. Dat is erg traumatisch, telkens opnieuw.

”Sommige spoedartsen reageren ook heel scherp na een suïcidepoging. Ooit zei een dokter mij, terwijl ik zo’n ziekenhuisschortje met korte mouwen droeg: ‘Ah, ik zie dat je al accessoires hebt aangebracht op je arm.’ Of ze verdoofden me niet als er een wonde gehecht moest worden. Ik koos er namelijk zelf voor, zeiden ze: ‘Je hébt toch al pijn?’”

Er volgde opnieuw een poging, en opnieuw. Doodgaan bleef jarenlang een optie in Sams mentale medicijnkastje.

Sam: “Ik heb veel uitgehaald. Die pogingen waren niet het slimste, besef ik intussen. Als ik er nu met een gezond brein op terugkijk, denk ik: er waren zoveel betere manieren om hulp te vragen. Maar ik zag níéts. Geen toekomst, geen uitweg. Het stormde in mijn hoofd, en die storm leek op dat moment oneindig.”

Toen Sam 16 was, kwam er een fundamenteel keerpunt.

Sam: “Ik kan dat het best omschrijven als een kamer in mijn hoofd waarvan de deur plots openging. Daar kwamen herinneringen uit die ik al die tijd vergeten was. Herinneringen aan misbruik, door iemand uit mijn dichte kring. Ik was 10 toen het gebeurde, maar ik had dat trauma al die tijd weggestopt, tot ik de sleutel van dat kamertje terugvond in een groepssessie. Heel confronterend, maar ook levensbelangrijk. Dat was de reden waarom ik nooit beter werd. Waarom mijn problematiek zo complex was, ook. Mijn therapeuten waren nooit tot de essentie geraakt, tot dat moment.”

Sam schreef een kwetsbare brief aan de dader en stapte naar de politie. “Hij wist dat ik suïcidaal was, en hij heeft nooit een woord gezegd. Als ik in één van die pogingen was gestorven, was zijn geheim met mij het graf in gegaan.” Toen startte hun herstel pas echt.

Sam: “Mijn laatste poging dateert van afgelopen zomer, nadat mijn lieve oma was overleden. De laatste maanden ging ik elke middag bij haar langs, omdat ze door haar dementie vergat te eten. Ze begreep niet dat ik in de psychiatrie logeerde. Maar ze zag me graag, of ik nu ziek of non-binair of diep verdrietig was. Ik miste haar enorm.

”Die poging was zo ernstig dat ik er in principe van alles aan had moeten overhouden: epilepsie, hartritmestoornissen, leverschade. En ik had niks. Toen heb ik beslist: de dood wil mij duidelijk nog niet. Dit kan geen toeval zijn. Ik ben niet bepaald spiritueel, maar het voelde alsof oma me een signaal stuurde. ’t Is oké, dacht ik. Ik leef nog even voort. De dood zal wel vanzelf komen, als het mijn tijd is.

‘Er zijn mensen die ik altijd kan bellen, en die zullen opnemen omdat ik het ben’

”Die dag dat ik op intensive care lag, waren er ook heel wat vrienden in paniek omdat ze me niet te pakken kregen. Toen pas drong het door: shit, er geven dus wel mensen om mij? En best nog wel een aantal? Tonen dat je er bent, dat is één ding. Maar zeggen dat je iemand graag ziet, dat is ook een ding. Misschien ben ik dan toch niet zo’n ondraaglijke last voor anderen. Mijn hoofd heeft dat lang gedacht, omdat ik fucked up-situaties heb meegemaakt.”

Sam wil het elke tiener met een gebroken hart verzekeren: er is zoveel om voor te blijven.

Sam: “Momenteel ben ik een snoer van lichtpuntjes aan het ophangen in mijn leven: een concert van Pommelien Thijs, bij vrienden langslopen die een heerlijke hond en twee kindjes hebben, die hond een truc aanleren. Er zijn mensen die ik altijd kan bellen, en die zullen opnemen omdat ik het ben. Ik ga nog elke week naar mijn psycholoog, en ik neem medicatie die mijn gedachten en de prikkels filtert. Ik kijk ook niet langer naar het nieuws. Als er een oorlog uitbreekt, zal ik het wel horen. Ik doe keihard mijn best om de moeilijke momenten voortaan rustig te verteren. En vooral: het is niet omdat ik dit allemaal heb meegemaakt, dat ik fragiel ben.

”Ik hoop met heel mijn hart dat wie zich in mijn verhaal herkent, durft te praten. Te veel mensen geloven dat er een hiërarchie in lijden bestaat. Ik wimpelde mijn probleem ook af als ‘niet zo erg’, terwijl het in mijn hoofd al zo groot als een paasei was. Een eetstoornis of een depressie blijft een competitie: voor het stemmetje in je hoofd ben je nooit ziek genoeg. Dat is het eerste signaal dat je het wel bent.”

Bo: ‘Toen ik in mijn donkerste put zat, geloofde ik niet dat er nog iets kon keren’

Saskia Vanderstichele

Ook Bo (23) was ooit overmeesterd door verdriet. Ze heeft geen officiële diagnose, ze is gewoon een meisje met een ruim hart, zachte grenzen en fijngevoelige antennes.

Bo: “Als klein, verlegen dutske kwam ik in het middelbaar in het vizier van pesters. Het begon met papiertjes gooien en mij achtervolgen op de speelplaats, tot ze me ooit op de trap lieten struikelen. Ze maakten me uit voor freak, of rare. Bizar, als ik daar nu aan terugdenk. Ik lette graag op in de les, da’s waar. Maar zo anders was ik eigenlijk niet.”

Ze vertelde het aan haar mama, bij wie ze sinds de scheiding van haar ouders woonde met haar broer en zus. Die stapte kordaat naar de directie. Maar het pesten ging door.

Bo: “Ik besliste: als ik heel mager word, stopt het wel. Geen idee waarom. Ik was slank, en niemand had mij ooit bestempeld als dik. Maar ik ben opgegroeid in een familie waar opmerkingen als ‘Ik moet weer op dieet’ en ‘Je benen zijn wat dik geworden’ weleens passeerden. Zonder kwade bedoelingen, maar in mijn hoofd werd het een wet: mager was goed.

“Als je lang genoeg afvalt, word je doodsbang van eten. Dat getal op de weegschaal zien zakken in een wereld vol onverwachte kost – zoals een oma die snel een pannenkoek bakt, een wafelverkoop of een broodjeszaak die 50 procent korting afficheert – gaf mij een houvast die verslavend werkte. Mijn mama was ongerust, maar ook boos. Ze is gewoon jaloers op het feit dat ik wel kan afvallen, dacht ik toen. Heel verkeerd, ik besef het. Maar ik begreep het probleem niet. Oké, ik viel soms flauw en ik had geen energie. Tegelijk had ik in mijn hoofd eindelijk iets goed gedaan. Ik zag geen reden tot bezorgdheid.”

Ook Bo begon zichzelf rond haar 13de pijn te doen.

Bo: “Veel mensen vragen me waarom, en er zijn superveel antwoorden. Mij bracht het simpelweg rust. Ik heb het ook niet opgepikt via sociale media, ik dacht oprecht dat ik de tactiek zelf had uitgevonden. Van zelfverwonding had ik nog nooit gehoord.”

‘Ik denk dat ik in mijn jeugd vooral iemand heb gemist die mij onvoorwaardelijk graag zag. Ik heb lang gedacht dat niemand mij er echt bij wilde.’Saskia Vanderstichele

Na een tijdje bleef er nog maar één afrit over, besloot de 15-jarige Bo.

Bo: “Soms zeggen experts: mensen die denken aan zelfdoding, willen eigenlijk niet sterven, ze willen dat er iets verandert. Maar toen ik in mijn donkerste put zat, geloofde ik niet dat er nog iets kon keren. Ik was alles kapotbeu. Mezelf, mensen teleurstellen, het feit dat ik geen dromen of doelen kon prikken omdat ze toch zouden mislukken. Ik was doordrenkt van pessimisme, alles was zwart. Ik kan het me nu nog moeilijk inbeelden.”

Op 16 maart 2017 stond ze op, en de zon scheen.

Bo: “Ik dacht: dit is de dag. Mijn afscheidsbrieven lagen al drie weken klaar in mijn ondergoedlade. Ik had cadeautjes voor mijn beste vriendin, met een briefje erbij: ‘Ik ga je missen, maar jij kunt dit.’ Mijn sms’jes met ‘Sorry’ zouden worden verstuurd op een vast tijdstip. Ik had ook een lijst gemaakt met de liedjes die ik op mijn begrafenis wou.”

GROTERE HERSENEN

Bo’s zorgleerkracht slaagde erin op tijd de ambulance te bellen. Op de spoedafdeling kwam haar mama stil naast haar zitten.

Bo: “Mijn mama is vrij emotioneel, ze kan heftig reageren. Maar toen vroeg ze zachtjes: ‘Ben je verdrietig?’ Ja, knikte ik. Waarop zij: ‘Omdat het niet is gelukt?’ Ik knikte opnieuw. Op dat moment voelde ik me voor het eerst begrepen door haar. Ze hoorde echt wat ik zei.

“Maar ik bleef verdoofd. Ik ben in de auto van mama gekropen, we reden naar huis, pakten spullen in en gingen vervolgens naar de psychiatrie. Ik stapte uit, ging op bed liggen en begon te huilen. Ik kan zelfs niet te goei zelfmoord plegen, dacht ik. Mijn laatste uitweg was in één klap verdwenen. Ik werd meermaals opgenomen. Omdat ik een erg geval was, kwam ik sneller in aanmerking voor een crisisbed.”

Maar de donkere gedachten bleven inbreken in haar hoofd.

Bo: “Mensen zeiden mij: het leven is echt wel de moeite waard. Sure, dacht ik. Voor jou, en voor 99 procent van de mensheid. Niet voor mij.”

Haar mama besliste dat ze naar een andere school zou gaan, voor een nieuwe start.

Bo: “Maar ik voelde me daar megaongelukkig. Op mijn 17de heb ik mijn tweede poging ondernomen. Intussen had ik zowat alle zorgverlening in Limburg geprobeerd. ‘Oké,’ zei mama, ‘dan gaan we naar Vlaams-Brabant.’”

En rond die periode gebeurde er iets. De rolluiken in Bo’s hoofd gingen een beetje naar omhoog. Toen ze 19 was, verdwenen de suïcidale gedachten stilaan, samen met de drang om zichzelf te verwonden.

Bo: “Mijn allereerste vakantie in 2021 leerde me iets belangrijks. Ik had een budget van 500 euro en ik boekte het goedkoopste vliegticket dat ik online vond, naar Mallorca. Alleen. Ik landde in een zalig warm land, waar niemand me kende. Ik deed dingen die ik nog nooit had gedaan, ik at hapjes die ik nog nooit had geproefd. Alles was nieuw en fris, en had al mijn aandacht. Precies alsof mijn brein zich plots aan het vertakken was: er is méér in het leven. Wow.

‘Ik ben eigenlijk voor veel bang – voor hoe ik me voel na sommige filmpjes op sociale media, bijvoorbeeld. TikTok heb ik gelukkig al van mijn gsm gezwierd.’Saskia Vanderstichele

“Ik voelde: ik kan voort. Je zult vragen waarom, en ik zou graag het wonderantwoord geven. Maar het is gelaagd. Ik ben ouder geworden, dat is één facet. Mijn hersenen zijn gegroeid, en mijn impulsiviteit is afgenomen. Twee: ik heb medicatie gevonden die bij mij past. En drie: ik ben lang genoeg hulp blijven aanvaarden, van vrienden, psychiaters en psychologen.

“Je moet natuurlijk geluk hebben met wie je tegenover je krijgt. Ooit zei een therapeut me: ‘Weet je wat je doet? Boek een vliegticket naar de bergen, maak daar een wandeling, spring van een berg af, en iedereen denkt dat het een ongeluk was. En je hebt niemand pijn gedaan met je keuze.’ Echt gebeurd. Tegelijk is één zinnetje van een andere psycholoog nog altijd een houvast: ‘Van jou gaan we nog horen, Bo, ik denk dat je ver zult raken.’ Het zijn soms piepkleine dingen die je als een raket doen omhoogschieten.”

In zes maanden tijd haalde Bo haar diploma van het middelbaar onderwijs via de examencommissie. Ze ging alleen wonen, vond een lief, startte een studie en werd ervaringsvrijwilliger bij Esperto, een groep van het Vlaams-Brabantse Yuneco-netwerk voor geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren.

Bo: “Ik denk dat ik in mijn jeugd vooral iemand heb gemist die mij onvoorwaardelijk graag zag. Het klinkt dom, maar ik heb lang gedacht dat niemand mij er echt bij wilde. Ook thuis niet. Mijn moeder stond er alleen voor met drie kinderen en had een fulltimejob: ze wilde absoluut het beste voor ons, maar daardoor was ze ook vaak boos. Die druk hielp niet. Nu nog ben ik vaak bang dat mensen me zomaar zullen achterlaten als ik een fout maak. Ik ben eigenlijk voor veel bang – voor hoe ik me voel na sommige filmpjes op sociale media, bijvoorbeeld. TikTok heb ik gelukkig al van mijn gsm gezwierd. Voor Donald Trump ben ik ook bang – ik zou iedereen die hij discrimineert op mijn kot van 12 vierkante meter proppen. Was de wereld maar wat zachter.

“Een poging zal ik nooit meer ondernemen. Er is altijd iets om voor te blijven gaan. Bij mij is dat de droom van een eigen zorgboerderij. Met therapeuten die je voor een zacht prijsje behandelen, een stal vol even zachte dieren, en een sterke hond op het erf die ik Billie zal noemen. Als ik bij een fokker puppy’s mag komen knuffelen, mag die me dat zeker laten weten. Het zou mijn dag opfleuren.”

Ashley: ‘Nu kan ik beter uitzoomen en besef ik: emoties zijn tijdelijk’

Saskia Vanderstichele

Ashley (20) wil haar verhaal vooral delen wegens de laatste hoofdstukken ervan. “Dat ik heftige dingen heb meegemaakt, doet er niet toe. Ik wil vooral tonen dat er altijd een vorm van therapie of hulp bestaat die voor jou zal werken. Dat er absoluut hoop is.” De knappe, welbespraakte vrouw maakte mee wat geen 16-jarige ooit zou mogen meemaken: ze verloor compleet onverwacht haar mama. “Ik was een tiener die zich in de badkamer opmaakte met muziek, en plots moest ik de uitvaart van mijn moeder plannen.”

Het verlies deed heel haar wereld kantelen, een wereld die daarvoor al wankel was.

Ashley: “In de kleuterklas werd ik vrij hard gepest: ik werd geslagen, getrokken, geduwd. Dat ging door in de lagere school, maar dan verbaal. De leerkrachten puzzelden een roostertje in elkaar: tijdens de speeltijd moest telkens een andere leerling met mij spelen. Ik werd een opdracht voor de kinderen. Achteraf moesten de klasgenoten een evaluatie invullen: hoe leuk was dat kwartiertje met mij geweest? Die herinnering raak ik nooit meer kwijt.

“In het middelbaar maakten leerlingen die zelf een bril droegen mij uit voor brilsmurf – eigenlijk wel komisch, als je er nu over nadenkt. Of ze vonden me dik of raar. Er werd altijd net luid genoeg geroddeld. Ik werd er onzeker en bang van, en ik geloofde na een tijd dat ik gewoon niet met mensen kon omgaan. Geleidelijk aan ontwikkelde ik een hechtingsproblematiek. Ik begon mezelf pijn te doen om toch nog een beetje controle te voelen en om mijn frustratie te lossen: ik was niet mooi en dat was het probleem. Toen ontstonden ook de eerste passieve suïcidale gedachten: als een auto me nu omverrijdt, zou ik dat best oké vinden.”

Ze sprak die gedachten nooit uit tegen haar mama, uit zorgzaamheid.

Ashley: “Ik wilde haar trots maken. Het perfecte plaatje schilderen. Ze had zelf al zoveel meegemaakt, ik ben enig kind en ze verdiende het niet om een dochter te hebben die ondanks alle kansen die ze kreeg toch slecht in haar vel zat. Met papa kon ik lachen, maar een emotioneel raakvlak hadden we niet. Hij gelooft niet in therapie, medicatie of zelfs emoties.

“Mama was mijn beste vriendin. We waren jarig op dezelfde dag, en we hingen constant rond elkaar. Ik heb ook nog een laatste filmpje met haar vier dagen vóór de fatale dag, zingend in de auto, waarin ze ‘Ik zie u graag’ zegt. Ze geloofde in mij, ze was warm. Ze was mijn alles op dat moment.”

Saskia Vanderstichele

Op een ochtend, midden in de coronatijd, kwam Ashley beneden en zag ze haar mama wankelen, terwijl ze riep dat ze hoofdpijn had. De MUG kwam en mannen in witte pakken namen haar mama mee op een brancard.

Ashley: “Het heeft amper twintig minuten geduurd. En toen zat ik daar tussen alle achtergebleven verpakkingen en materiaal van de ambulanciers. Ik heb toen nog kleren en een kaartje klaargelegd, voor als mama terugkwam. Heel naïef.”

Haar mama had een hersenbloeding gekregen. “En dan zie je je 35-jarige mama in coma liggen, haar haren in plukjes afgeschoren en haar polsen vastgeketend aan het ziekenhuisbed, voor als ze plots zou ontwaken. Zo’n schrijnend beeld.” Na vijf dagen namen de dokters Ashley apart en vertelden ze dat haar mama klinisch en neurologisch overleden was.

Ashley: “De vraag was niet langer: ‘Komt het nog goed?’, maar wel: ‘Wat wordt het tijdstip van overlijden?’”

Op 26 maart 2021 stierf haar mama.

Ashley: “Het was de eerste keer dat ik met de dood werd geconfronteerd. Terwijl mijn vriendinnen gingen shoppen, probeerde ik het huishouden te beredderen. Mijn papa was daar niet klaar voor. Hij kon alles maar moeizaam plaatsen, dus nam ik het op mij.”

DUNNE MUREN

Op haar 16de knapte Ashleys veerkracht en probeerde ze uit het leven te stappen.

Ashley: “Mijn verdriet was te vers en te groot om al in therapie te behandelen. Er vielen ook een aantal mensen uit mijn kring weg. Ik wilde gewoon verdwijnen. Die ochtend had ik nog samen met papa croque-monsieurs gebakken, hij had niets zien aankomen.

“Ik heb mijn vader maar twee keer zien huilen: toen we mama verloren, en na die poging. Hij begreep het totaal niet, dat ‘Het komt goed’ niet meer gold voor mij. Dus ik zette een geruststellend masker op: ‘Foutje, het zal niet meer gebeuren.’ Ik mocht niet te eerlijk zijn, want ik wilde niet gecolloqueerd worden.”

Ze belandde in een web van hulpverlening, vol institutionele knopen en lange wachtlijsten.

Ashley: “Ik heb enorm veel gehad aan een fantastische stagiair-psycholoog, onze gezinscoach en een rouwtherapeute. Maar ik heb ook wel afgezien. Op de dag dat ik 18 werd, moest ik verplicht stoppen met een behandeltraject omdat ik niet langer minderjarig was. Ik belandde op een wachtlijst en ging van zes uur therapie per dag naar maandenlang níks.

”Sommige opnames waren ook heel zwaar. De muren waren vaak dun en dan hoorde ik mensen schreeuwen in de isolatiekamer. Dat bracht de laatste herinnering aan mama terug.

“Toen ik 17 was, ondernam ik een tweede poging. Een pure paniekreactie, omdat ik dacht dat ik opnieuw een dierbare zou verliezen – een kortsluiting in mijn hoofd. Eigenlijk wilde ik gewoon een knuffel van mijn mama, en haar horen zeggen: ‘Je bent goed bezig.’”

Pas toen Ashley bij OverKop terechtkwam, een organisatie met ontmoetingsplekken voor 12- tot 25-jarigen en laagdrempelige hulpverlening, voelde ze stilaan weer grond onder haar voeten. Ze was er zelf vrijwilliger, en ze werd dat daarna ook bij het Limburgse netwerk Ligant en het CAW – ze begrijpt feilloos de rafels in het hoofd van jongeren. Intussen staat haar agenda weer vol. Ze werkt, studeert, zorgt voor haar paard en drie honden, en draagt een hangertje dat licht geeft in het donker: haar mama in de vorm van een juweel.

‘Ik wilde mijn mama trots maken, ze had zelf al zoveel meegemaakt.’Saskia Vanderstichele

Ashley: “Ik merk dat mijn draagkracht is gegroeid: ik sta een stuk stabieler in het leven, ik weet dat ik het aankan. Dat wil niet zeggen dat de donkere gedachten definitief weg zijn. Maar ik kan nu beter uitzoomen en zeggen: ‘Ashley, dit is niet wat je wilt. Voel je maar een momentje kut.’ Ik heb een heel dikke journal en soms plak ik daar foto’s van beestjes in, stickers of kasticketjes. En soms schrijf ik erin dat er vandaag een vrachtwagen over mij mocht rijden. Alles mag erin, en dat helpt.

“Ons eigen hoofd kan ons het meest kapotmaken. Het mijne is volledig geswitcht van ‘Ik vind het rot om hier te zijn’, naar ‘Ik vind het heerlijk om hier te zijn voor andere jongeren’. Dat was in het begin heel gek. Allee, Ashley, dacht ik, destijds heb je zulke drastische stappen ondernomen, in de volle overtuiging dat dat beter was, en nu vertel je dat alles goed komt en dat je het waard bent. Mijn belangrijkste boodschap: als je aan het verdrinken bent, verdien je hulp. Of je nu in een babybadje ligt te spartelen, of in de zee. Het maakt niet uit hoe diep het water is.”

Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.

Was this article displayed correctly? Not happy with what you see?

Tabs Reminder: Tabs piling up in your browser? Set a reminder for them, close them and get notified at the right time.

Try our Chrome extension today!


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device