Steeds meer hittedagen, maar we (ver)bouwen nog altijd verkeerd: hoe maken we onze huizen hittebestendig? | De Morgen


AI Summary Hide AI Generated Summary

Rising Temperatures and Building Adaptations

Belgium experienced 26 extra heat days in 2024 due to climate change, with projected heat-related deaths rising significantly by 2050. Despite this, building practices often prioritize winter warmth over summer cooling, neglecting crucial elements like exterior screens.

Insufficient Building Standards

Existing building standards, such as EPB calculations, are inadequate for assessing summer comfort. Many homes, especially those housing older people, risk overheating. The widespread adoption of air conditioning is foreseen but presents environmental concerns.

Designing for Heat

The article suggests improvements such as:

  • Optimal room orientation to maximize natural cooling.
  • Careful glass usage (40% of facade area recommended).
  • Utilization of heavy building materials for thermal inertia.
  • Nighttime ventilation when outdoor temperatures are lower than indoor.

These principles were utilized even by the Romans. The current situation necessitates a fundamental shift in building design.

Urban Heat Island Effect

The urban heat island effect exacerbates the issue, with cities retaining heat overnight. Strategies for cooling cities include:

  • Decreasing paved surfaces.
  • Increasing green spaces.
  • Strategic tree planting, avoiding dense concentrations that hinder ventilation.

Leuven's Spaanse Kroon project, integrating these strategies, demonstrates a reduction in daytime temperatures, highlighting the importance of both building and urban-level interventions.

Long-Term Health Impacts

The article concludes that tackling heat-related issues is essential for public health, not only during heatwaves, but also due to the cumulative impact of poor sleep quality from excessive heat.

Sign in to unlock more AI features Sign in with Google

“Mensen dromen van grote ramen die veel daglicht binnentrekken en connectie met de buitenruimte maken.” Zonder het goed te beseffen, heeft Joost Declercq, directeur onderzoek bij Archipelago Architects, zonet elke aflevering van Blind gekocht samengevat. Alleen: zelfs bouwprofessionals mispakken zich weleens aan zo’n grote glaspartij. Plots is het heet, en ze kunnen niet slapen.

In 2024, het warmste jaar ooit gemeten, telde BelgiĂ« al 26 extra hittedagen door klimaatverandering. Op korte termijn is hitte het dodelijkste klimaatrisico in onze contreien. Gemiddeld waren de voorbije decennia zo’n 450 overlijdens per jaar te linken aan hittestress in Vlaanderen, maar verwacht wordt dat het aantal tegen 2050 oploopt tot 3.000.

We worden dus steeds vaker geconfronteerd met hitte. “En toch bouwen we nog altijd vooral met oog op het bijhouden van warmte in de winter”, zegt VITO-onderzoeker Dirk Lauwaet. “Ik heb net mijn achterbouw aangepakt, en heb zelf moeten aandringen bij aannemer en architect op screens aan de buitenkant. Op hete dagen maakt zoiets een enorm verschil.”

Hoe hittebestendig zijn onze huizen? In BelgiĂ« is daar niet echt zicht op, maar in Nederland keek onderzoeksplatform Investico onlangs naar de hittescores van bestaande huizen. Zo’n 10 miljoen mensen, waarvan bijna 2 miljoen 65-plussers, wonen in een huis dat risico loopt op oververhitting en de Nederlandse norm voor nieuwbouw niet haalt.

De EPB-berekening die in Vlaanderen gebruikt wordt om ‘zomercomfort’ te evalueren, is daar niet voor gemaakt, zegt Declercq. “Dan krijg je situaties waar wij na een gedetailleerde studie zeggen dat het zomercomfort in het gedrang komt, maar de bouwheer leidt dan uit het EPB-verslag af dat er geen probleem zou zijn. Dan bespaart de klant op zonwering, maar gaat later wel naar de Brico om airco.”

Zo’n 40 procent van de huishoudens heeft tegen 2030 ten minste één airco-installatie, voorspelt het Nederlandse TNO. Dat is - behalve als je ze verkoopt - slecht nieuws. Actieve koeling betekent namelijk ook restwarmte en hoog energieverbruik. Wie zich geen airco kan permitteren, betaalt de rekening.

Romeinen

Er is met andere woorden een mindshift nodig, en die kost “niet per se meer geld”, zegt Declercq. Een vuistregel die zelfs de Romeinen al kenden: “Voor elke ruimte is er een relevante oriĂ«ntatie. Een slaapkamer, waar je koelte wil, richt je beter naar het noorden of het oosten.”

De grootste valkuil zijn dus ramen. Kort even de fysica erachter: kortgolvige zonnestraling komt door glas naar binnen, wordt geabsorbeerd door wanden of meubels en weer uitgezonden als langgolvige straling die - verhip - niet door het glas naar buiten raakt.

Een ratio van 40 procent glas op het geveloppervlak geeft volgens Declercq een goed evenwicht tussen warmteregulatie en daglicht. “Ook de plaatsing is belangrijk. In de zomer komt warmte vooral binnen via de oost- en westgevel, omdat de zon lager staat en op een vrij loodrechte manier op het raam valt. In het zuiden kan je met een simpele luifel al veel comfort bieden.”

Een laatste strijdmiddel zijn ‘zware’ bouwmaterialen. “Die heb je vaak al: het zijn je muren en vloerplaten, maar als je die achter gyproc wegstopt, kunnen ze hun werk niet doen”, zegt Declercq. Enige kanttekening daarbij: “Een spons werkt maar als ze af en toe uitgeknepen wordt.” Als de buitentemperatuur ’s nachts onder de binnentemperatuur zakt, blijft ‘alles openzetten’ het mantra.

Massaal bomen planten is niet per se een bewijs van goed bestuur, zegt Eva Beele (KU Leuven). ‘Op een groot marktplein kan dat, maar waar hoge gebouwen dicht op elkaar staan zet je bomen beter niet te dicht bij elkaar. Anders is er geen ventilatie, en blijft de warmte onder de kruinen gevangen.’Eric de Mildt

Wat als ook die nachten tropisch worden? Zo’n vaart loopt het voorlopig niet, al speelt het hitte-eilandeffect steden wel parten. “Daar zit je met een grote hoeveelheid aan verharde oppervlakte”, zegt Lauwaet. Die neemt warmte op, en geeft ze ’s nachts weer af. “Hoe meer instraling van de zon je kan vermijden, hoe koeler je steden maakt.”

In Leuven, waar ze al vijf jaar de effecten monitoren via ruim honderd weerstations, kan het verschil tussen centrum en omliggende gebieden tot wel 7 graden Celsius oplopen. “Maar ook binnen de stad zijn er grote verschillen”, zegt onderzoeker Eva Beele (KU Leuven). Het Ladeuzeplein is op een zwoele zomernacht tot wel vier graden warmer dan de Kruidtuin.

De recepten zijn intussen bij de meeste lokale besturen gekend: ontharden, vergroenen en verblauwen. Alleen is ‘massaal bomen planten’ daarom nog geen bewijs van goed bestuur, zegt Beele. “Op een groot marktplein kan dat, maar waar hoge gebouwen dicht op elkaar staan zet je bomen beter niet te dicht bij elkaar. Anders is er geen ventilatie, en blijft de warmte onder de kruinen gevangen.”

Met al die inzichten is Leuven onder meer aan de slag gegaan in de Spaanse Kroon, een typische woonwijk uit de jaren 1970. Een derde van het oppervlak is vergroend of verblauwd, na een uitvoerig participatietraject. Het kan toeval zijn, maar waar heel wat meetstations in Leuvense wijken op donderdag 33 graden aangaven, bleef dat in Spaanse Kroon overdag hangen op 31. Samen met de bomen moet het effect nog verder groeien.

“Veel meer dan twee graden zal je met zulke ingrepen echter niet winnen, het blijft dus zaak om óók gebouwen aan te pakken”, zegt Lauwaet. “Dit gaat om meer dan oversterfte tijdens een hittegolf. Al die slechte nachten tellen op, en hebben een grote impact op onze gezondheid.”

Was this article displayed correctly? Not happy with what you see?

Tabs Reminder: Tabs piling up in your browser? Set a reminder for them, close them and get notified at the right time.

Try our Chrome extension today!


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device