Hoe keek Rembrandt naar Amsterdam? Nou, van de nieuwbouw moest hij weinig hebben | Het Parool


This article explores Rembrandt's artistic preferences in Amsterdam, revealing his fascination with older buildings and his less-frequent depiction of the city's newer structures.
AI Summary available — skim the key points instantly. Show AI Generated Summary
Show AI Generated Summary

Raar, maar toch ook weer logisch. Toeristen zijn in steden altijd geïnteresseerd in oude gebouwen. Nieuwbouwwijken, daar wordt weinig aandacht aan besteed, tenzij er spectaculaire architectuur te zien is. Maar oude gebouwen, daar krijgen bezoekers geen genoeg van. De grachtengordel, de Jordaan, allemaal heel fotogeniek.

Niet alleen toeristen, ook kunstenaars hadden vaak oog voor oude dingen. Toen Breitner in 1886 naar Amsterdam verhuisde, betrok hij na enige tijd een kamer aan de Jacob van Campenstraat in De Pijp. Dat beviel hem maar matig omdat deze nieuwe buurt ‘niet ‘t karakter van Amsterdam’ zou hebben. Later betrok hij een atelier aan de Oude Schans, waar hij direct uitzicht had op de Montelbaanstoren. Hij beschreef de toren ‘die heel mooi is, en wier naam alleen genoeg zou zijn, om ze belangwekkend te maken, daar ze aan een eeuw of tien geleden terug doet denken’.

Zo oud was de toren nou weer niet. En in de tijd van Rembrandt was de Montelbaanstoren zelfs gedeeltelijk nieuwbouw. In 1606 was een karakteristieke houten spits aan de middeleeuwse toren toegevoegd. Rembrandt maakte enkele decennia later een pentekening van diezelfde Montelbaanstoren, maar de nieuwe toevoeging liet hij weg. Blijkbaar was Rembrandt alleen geïnteresseerd in het oude gedeelte.

Rookpluim was van veraf te zien

Rembrandt had wel vaker een voorkeur voor oude gebouwen, blijkt uit een tentoonstelling Rembrandt en Amsterdam in het Rembrandthuis. Nadat de schilder als 25-jarige vanuit Leiden naar Amsterdam was verhuisd moet hij zijn ogen hebben uitgekeken bij alle bedrijvigheid.

Maar als hij in de stad ging tekenen, zocht hij oude bouwwerken op. De grachtenhuizen die we nu beschouwen als mooi en pittoresk werelderfgoedmateriaal, waren in zijn tijd nieuwbouw. Saai en inwisselbaar, te strak en te gaaf. Patserig misschien ook wel. Als tekenaar keek hij liever naar een ruïne dan naar een peperduur grachtenpand.

Een van de panden die hij in beeld bracht was het middeleeuwse stadhuis van Amsterdam. Het bestond uit een samenraapsel van gebouwtjes, huizen en een toren op de Dam. Op de vroege zondagochtend van 7 juli 1652 werd het complex door brand verwoest. De rookpluimen waren van grote afstand te zien. De brand was natuurlijk onderwerp van gesprek in de stad en veel kunstenaars legden de verwoesting vast. Een paar dagen na de brand ging Rembrandt naar de ruïne om een pentekening te maken.

Het nieuwe stadhuis – het Paleis op de Dam – tekende Rembrandt nooit. De ruïnes van het oude wél.Museum Rembrandthuis Amsterdam

Kleine Stinkmolen

Op die dag werd begonnen met de afbraak van de toren, die op instorten stond. Er staan her en der ladders tegen het gebouw. Er werd een stukje verderop al gebouwd aan een nieuw stadhuis, het latere Paleis op de Dam. Zo’n ruïne, daar kon Rembrandt wel wat mee, maar het uiteindelijke stadhuis, dat drie jaar later werd ingehuldigd, heeft hij nooit getekend.

Rembrandt was überhaupt niet bijster geïnteresseerd in het maken van stadsgezichten. Hij maakte vaak wandelingen naar de rafelranden van de stad en richtte zijn blik dan op de landelijke omgeving met weilanden in de verte. In 1641 liep hij naar een molen die op een bolwerk van de stadswal stond, aan het einde van de Looiersgracht.

Misschien hadden molens zijn persoonlijke belangstelling. Hij was immers zoon van een molenaar. In elk geval had je hier een hoog uitzicht over de velden. Achter de molen staan twee figuren ook van het panorama te genieten. En van de frisse lucht misschien, want in de bewuste molen werd zeemleer bewerkt met levertraan. De molen stond daarom bekend als de Kleine Stinkmolen.

Er zijn etsen van een armoedig boerderijtje langs de Spaarndammerdijk, drie boerenhuizen op de Schinkelweg, voorbij de Overtoom. De etsen zijn scherp waargenomen, maar over de topografische nauwkeurigheid maakte Rembrandt zich niet erg druk. Soms koos hij voor een tamelijk vrije vertaling van de situatie ter plaatse.

Het lijkt erop dat molens Rembrandts speciale interesse hadden.Museum Rembrandthuis Amsterdam

Skyline van de stad

Dat gaat in enkele gevallen wel erg ver. Op een van de etsen loopt een jager met twee honden over een pad dat naar Diemen leidt. Maar op de achtergrond heeft Rembrandt geen vlak land getekend met slootjes en boerderijen, maar een bergachtig landschap met Italiaanse bouwwerken.

Voor zover bekend legde hij de skyline van Amsterdam maar een keer vast. Rond 1641 maakte hij een uitzicht over de stad, gezien van de Kadijk met drassige weilanden op de voorgrond. Prominent aanwezig zijn enkele molens, pakhuizen op Rapenburg en de torens van de Oude Kerk en de Montelbaanstoren – dit keer wel met spits.

Dan blijkt ook dat Rembrandt, de grote meester die grote en kleine waarnemingen fenomenaal kon vertalen naar een tweedimensionaal beeld, eigenlijk weinig oog had voor dat voor de hand liggende gegeven: een ets in spiegelbeeld levert een totaal andere voorstelling op dan het werkelijke uitzicht op die plek. Eigenlijk stonden de molens op de bolwerken dus links en het water met schepen op het IJ rechts.

Druk aan het sporten

De tentoonstelling in het Rembrandthuis bestaat bijna helemaal uit etsen uit de eigen collectie. Het aanbod aan stadsgezichten is dus beperkt, Rembrandts fascinatie voor de stad richtte zich vooral ook op de mensen in Amsterdam. Toevallige passanten, excentrieke marskramers of spelende kinderen, het zijn veelal arme mensen die hij met verwondering maar ook met respect bekeek.

Soms is de link met Amsterdam wat vergezocht. Er hangen etsen met Bijbelse scenes die Rembrandt baseerde op prenten van andere kunstenaars. Dat was mogelijk omdat in Amsterdam een levendige kunstmarkt bestond, is de gedachte. Geslaagder is het hoofdstuk Vermaak, waar een beeld wordt geschetst van de vrijetijdsbesteding in het zeventiende-eeuwse Amsterdam.

Zo was beugelen razend populair. Beugelbanen lagen meestal bij herbergen. Rembrandt tekende het contrast tussen mannen die druk aan het sporten zijn en een figuur die in de herberg aan het relaxen is. Heel herkenbaar.

Rembrandt en Amsterdam, Rembrandthuis, t/m 7/9

Mis niets van wat in Amsterdam gebeurt

Blijf 24/7 op de hoogte van het Amsterdamse nieuws: download de mobiele app van Het Parool voor Android of iOS.

Luister ook naar de Parool Podcast, dé podcast over Amsterdam waarin Raounak Khaddari en Tim Wagemakers je iedere week bijpraten over alles wat er in de stad gebeurt.

Was this article displayed correctly? Not happy with what you see?

Tabs Reminder: Tabs piling up in your browser? Set a reminder for them, close them and get notified at the right time.

Try our Chrome extension today!


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device